We willen zo veel, eenmaal door het glas gebroken
dansen wij eerst op straat om de vrijheid (nare bijklank)
te vieren en vieren en swingen en slaan dan handen
ineen, die we vormen tot een platte en een vuist. Klaar
Om het gevecht aan te gaan, waar we klappen vangen
En neer zullen vallen dwars door het broze fundament
van onze keuzen. We krabbelen op, altijd jij en ik
we bekijken elkaar in het getekende doodvonnis
schrapen wat kleur hier, wat leven daar en eten wat
We zijn stil, gehavend en ik denk dat we nu wel
rijper zijn, dat we nu de sprong kunnen wagen
Weer door het glas, dat van plastic blijkt en weer
op de toeter, slaan we bijna op de lange vlucht
Terug naar waar we waren, in het gat, jij en ik
In de spiegel zeg ik het je, morgen wordt alles,
alles anders en dat weet je ook wel want je knikt
En dan staan we op, jij reikt naar de sigaretten
Ik schenk de koffie in en we tanen niet nu
We zetten ons op een enkele stoel, achter dit scherm
En proberen nu alles te bevatten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten