zondag 3 mei 2015

Bus

Voor elke plek de poëzie, ruwgeworteld door graniet.
Sijpelend in de bus die aan zijn lijn zit. 
Roodomrand onder de ogen van de schrijver, zijn geliefden
en zij die ooit verloren, liefhadden, schiepen en schipperen
tussen creaties of wanhoop. 

Waar haren op armen vervlechten

Je voelt de eruptie van donkere wolken, 
Onweerskoppen kloppen in de lucht, 
pulserend. Waar de file stokt hul jij je;
parkeer jij je rust langs de berm van haast
De bliksem geselt de vlakke landen

Vanuit de bus die aan zijn lijn zit, rommelen
knopen in een strakgespannen koord.
Stokt progressie in een kolkende massa
vertakkingen alsook losse fragmenten.
 Haren verstrengelen trekken ruwgeworteld
aan de onderlaag van graniet 

stuwen plek voor de poëzie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten