Hij heeft een brok in zijn keel. Zijn potsierlijke, bijna
spastische, dansen heeft ruim vierentwintig uur later plaats gemaakt voor een
brok in zijn keel. De tranen wellen op in zijn ogen en zijn vingers trekken aan
zijn haar. Het is ongeloof. Marcus staat al een tijdje op de puinhopen van een
leven. Waar hij heeft getracht nog dieper te graven is hem dat gelukt. Het
afval kan gelijmd worden. Er zit alleen een rode draad in, die van
zelfdestructie. Het leven, zoals hij het kent voelt als een eindeloos falen. Het
is niet zo dat hij geen kansen heeft aangegrepen, het is het eindeloze ‘niet
weten wat zijn wens is’, dat Marcus steeds nekt. Zijn aanpassingsgedrag is zijn
expertise, dermate dat hij zich overal thuis kan voelen, werkelijk overal. Juist
daar zit hem de crux. Marcus weet niet meer wat hij is. Zoekende tussen de
troep die hij achterlaat volg hij elk lichtpuntje om te baden, zich goed te
voelen en vervolgens om het licht te doven. ‘Nee, dit is het ook niet’.
Voor zijn neus staat de platte televisie aan. Destijds gekocht
in een opwelling om te pochen met zijn status. Een waardeloos geval dezer dagen,
achterhaald door de technische groei die weelderig om hem heen tiert als storm
die maar niet wil gaan liggen. Er is een programma op waar men spullen uit opbergruimtes
opkoopt en waar de mens zijn hebzucht het meeste laat zien. Marcus kijkt niet.
Hij grient en weet er maar niet mee te stoppen.
Over minder dan 24 uur moet hij al zijn spullen gepakt
hebben. Hij is al een heel eind, maar deze ochtend wil hij maar niet op gang
komen. Uitstelgedrag, een vol hoofd. Eigenlijk kan het hem niet zoveel schelen
wat er nu gebeurd. Het huurhuis heeft een einddatum, van maanden de tijd om van
alles voor te bereiden zijn er slechts uren over.
Zijn zoontje, dat is het enige dat hem nu echt nog iets kan
schelen. Voor hem heeft hij steeds weer zijn rug gerecht en niet opgegeven. Marcus
is weer in het dorp gaan wonen, zodat hij hem van dichtbij op kan zien groeien.
Hij haalt hem eenmaal per week van school en geniet dan van zijn speelse
aanwezigheid. Ook zijn zoontje is gewend geraakt aan deze plek. Spijt neemt de
overhand. Een leven van losse componenten die niet met elkaar te rijmen zijn
hebben hem in deze situatie gemanoeuvreerd. En Marcus heeft ook wel pech gehad.
In een poging zichzelf op te peppen staat hij op, opent de
achterdeur en loopt de tuin in. Nog één sigaret en ik ga aan de slag. Eerst
boven, dan beneden. Het plan zit al een volle dag in zijn hoofd en wordt maar
niet tot uitvoer gebracht. Buiten is de naderende lente een welkome
verandering. Hollandse luchten tonen de geprezen en aloude schoonheid. Achter
de wolken schuilt hoop. Tijdens het ijsberen mompelt hij dat de wereld toch een
mooie is. De tranen duwt hij terug de oogkassen in. Met de zakdoek uit zijn
broek snuit hij zijn neus en een langgerekte schreeuw maakt een definitief
einde aan zijn bui. Actie.
Hij heeft zijn ex nog niet gebeld, niemand eigenlijk nog. Het
pareltje dat hij heeft gevonden heeft Marcus nog heel even voor zichzelf
gehouden. De hele vorige dag en zeker de hele nacht spookte het hem door het
hoofd. De binnenkant van de schedelpan bedekt met spiegels. Kaatsen,
weerkaatsen en opnieuw. Al die mogelijkheden. Hij kan het maar niet bevatten.
Of het goed voor hem is? Zoveel te kunnen ineens. Hij weet
al jaren niet wat hij wil, zijn deze onbegrensde mogelijkheden dan niet juist
funest? Wat zijn de eerste dingen die hij zou doen? Niets. Hij loopt in zijn
tuin, rookt een sigaret en laat zijn gedachten de vrije loop. De helft van zijn
spullen staan al bij zijn moeder. De boeken in ieder geval. Zorgvuldig ingepakt
in te veel dozen. Het enige bezit waar hij echt trots op is. Hij wenst ze een
plek die ze toekomt. Niet in dozen.
Weer binnen legt hij zijn telefoon naast zijn laptop, hij
stroopt zijn mouwen op en tikt een www in om daar in te loggen. Nog een keer
die bevestiging voor hij zijn ex zal bellen en haar zeggen dat alles goed komt.
16 – 19 – 23 – 31 – 42 (6 – 5 ) €
75.000.000.000
De jackpot is gevallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten