LA living
Het hele gezin ging uit eten, het
kleine telraam bleef thuis. ‘LA-Living, zo noemen ze dat’, zei mijn vader. Mijn
moeder had vervolgens, fluisterend in mijn oor gezegd, dat het een smoesje van
hem was -vader, zo zei ze, had promotie gemaakt op zijn werk.
Biefstuk werd geserveerd, voor hem,
vrouw en kinderen kregen schnitzel. Ook zonder telraam kon de prijs worden
berekend. Mijn zusje en ik lurkten wat verveeld aan flesjes Fanta, mijn moeder
zat volledig opgedoft het taaie vlees te snijden en keek geconcentreerd naar de
lap. Vader praatte honderduit over de kenmerken van LA-living. ‘Zo doen ze dat
in Amerika.’
Toen het toetje geserveerd werd,
keken we allemaal verlekkerd naar zijn Dame Blanche.
Mijn zus en ik mochten laat
opblijven om griesmeelpudding te eten, met thee. Moeder had een grote pot
gezet, van een enkel zakje. In zijn stoel, met de Telegraaf, dronk mijn vader genoeglijk
een flesje bier.
Het vroor toen we naar bed gingen.
Een boeket werd op de ruiten gevormd. Wij kregen sokken aan naar bed, vader
mocht de kruik, geheel in stijl met zijn nieuwe leven.
Een paar maanden later stonk het
huis nog naar sigaren, de dagelijkse Telegraaf lag onaangeroerd. Moeder droeg haar schort, wij dronken thee,
de ramen toonden bloemen.
De laatste keer dat ik mijn vader
zag was twee jaar later, hij liep naast een blonde vrouw die ik niet kende. Ze
foeterde op hem en balanceerde op hoge hakken. Ik weet nog dat ik dacht hoe
onmogelijk het moest zijn om op die hakken te lopen. Misschien dat ze daarom zo
boos deed tegen mijn vader. Ze had blond haar dat heel hoog zat, aan een
koordje liep een poedel. Ik twijfelde even of het mijn vader wel was, maar
herkende zijn stem –hoe verontschuldigend die op dat moment ook klonk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten