Weet je nog dat ik je kwijt ging raken
je naam fietste in stippellijntjes weg
en ik hing alvorens ik nog kansen had
Het was onomstreden -de besloten kring
natuurlijk, was de weg terug eenzelfde
ook al liet ik je nu omroepen door een man
Eerst was je nog een stuiterbal onder
de bank, die je terug had gevonden tijdens
het poetsen, je was zo verguld daarmee
'Hernieuwde Kleur', werd je naam
oppoetsen en etaleren, opnieuw 'Mijn
Geluk' -zo kon je ook heten
We kropen in kleine holletjes
verscholen ons in alle smaken -zo was
het zout zo groen
en het bitter beurs
Geen opmerkingen:
Een reactie posten