alle kleren waren al uit toen je
mij aankeek met je vinger in mijn
navel binnendrong en keek wie ik was
bleek niet belangrijk
wat je rug een schans was voor me
waar ik alles mooi af kon laten glijden
vervliegen in neveldampen tot wolken
wegdrijven
onschuldig ben je blijf je was je toen
koolmeesjes opvlogen naar het hemelrijk
waar we fracties vertoeven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten