Vanochtend Joost, ik stond op en het was een heuglijke dag.
Mijn zoon sliep sinds lange tijd weer bij mij. Ik ging hem naar school brengen
en was eindelijk weer echt onderdeel van zijn leven. De dagen dat ik de toffe
weekendvader was waren voorbij. Het was een genot om hem zich naar mij open te
zien stellen Joost, zeker na mijn scheiding. Hij liet me zien wat hij nu
allemaal kan lezen. Trots! zie je.
De ochtend zag er om deze reden anders uit dan te doen
gebruikelijk. Normaliter sta ik op en is mijn eerste blik gericht op de
telefoon. Deze ochtend duurde dat wat langer. Nu denk ik vooral dat ik dat
moment nog langer uit had willen stellen.
Je bent dood.
De ochtend was surrealistisch Joost. Ik ken je niet. Er
waren deze ochtend gedachten en die had ik willen ordenen, maar de haast van
spullen pakken, schooltijden en de verantwoordelijkheid van een ontbijt en fris
drinken zijn voor mij weer nieuw. Ik had geen tijd om echt na te denken, ook
later niet, op het werk.
Je blijft dood.
In de bus naar huis, ook daar waren andere prioriteiten.
Boodschappen, wat te eten, hoe ziet mijn huis er uit en wat moet ik daar nog
doen. Weet je wat ik normaal doe? Ik laat warm water in de gootsteen lopen en
doe daar schoonmaakazijn in Joost. Ik poets het huis als ik thuiskom. Vandaag
deed ik dat niet. Ik schonk een wijn in, zat in mijn pas verworven tuin en
dacht na; over jou.
Wat heb jij voor mij betekend? Een terechte vraag, ik ben
van de generatie die jij aan het lezen hebt gebracht. En mij niet eens in het
bijzonder. Ik was van Herman Brusselmans en goh wat heb ik genoten van Hermans,
Mullisch en Giph van Giphart. Ik las
je wel hoor. Hoewel ik Gimmick niets
vond, genoot ik van Vals Licht, maar
ook daar heb je me niet volledig kunnen winnen. Dat kwam later Joost.
In Duel sprankelde
je. Je vonkte. Jouw tekst daar is zo spitsvondig, de spanning zo goed opgebouwd
en wat genoot ik van de vertaalde spreekwoorden. Je had me bij de strot.
En ja Joost, ik zag je bij de Wereld draait door, ik zag je
bijna fulmineren over de kunst. De meerwaarde van de schilderkunst. Ja, je was
bevlogen. Het enthousiasme wat je liet zien; ik vond het te dwingend. Het moet!
Maar niets hoeft Joost. Niets hoeft. Ook niet leven als dat niet meer kan. Die
keuze is aan jou.
Je hebt mij voor je gewonnen met Duel Joost. Er was niets dwingends, er sprak een idee, een gevoel,
een liefde. De liefde voor kunst. Daar won je mij. Hoe je ook op de televisie
was.
Ik wist niet van jouw depressiviteit. Ik wist niet van je ziekte.
Joost, ik ken je niet. Ik ken mijn depressiviteit en mijn eenzaamheid en mijn
melancholie; ik ken mijn liefde en leer mijn kracht. Er zijn rotjaren en die
heeft iedereen, ook ik.
En weet je Joost, daar kwam je pas echt binnen.
Dat je dood bent. Liever had ik dat niet.
Daar komt het besef. Je bent er nog, je staat potdomme in
mijn boekenkast. Jij bent degene waar ik lege dagen op heb ingericht. Zodat ik
je kon lezen. Elke vrije minuut die ik kon creëren. Ik las je. Niet alleen
herlas ik Duel, maar ik verslond je Americana. Verslaafd aan je kennis.
Je hebt me door moeilijke tijden heen geloodst. Ik heb je
gelezen zonder oordeel des persoon. Jij was Joost, Joost. Voor mij ben je dat
nog steeds.
Joost, ik ben een gescheiden man en daarna nog ben ik de
liefde van mijn leven tegengekomen en veel te snel weer kwijtgeraakt. Ze is
jarig vrijdag en het liefste wat ik wil doen is met een bos bloemen aan haar
deur staan en haar terugwinnen. Dat kan niet Joost en dat weet ik. En dus
schenk ik mijzelf een rode wijn in en ga me dadelijk wentelen in het escapisme
dat jij hebt gecreëerd.
Want ik weet dat jij er altijd zult staan; fier en trots in
mijn boekenkast. Want dat doet het geschreven woord. Het geschreven woord maakt
zich onsterfelijk en jij dus ook.
Mijn in memoriam heb je.
Zo ongeveer dus. Geweldig.
BeantwoordenVerwijderen