Door de wolken heen gaf de zon marmerlicht
Schepen voeren aan met klandizie
Contouren waren zichtbaar op een ranke oceaan
Wij spraken niet met elkaar
Keken slechts vanaf een herontdekt muurtje
Jij nam een boek ter hand en schonk wat koffie in
Onderwijl ik mijn benen liet bungelen
Het marmer naast wolkennerven feller werd
En schepen aanmeerden in de provisorische haven
Spraken wij nog altijd niet
Doch tikten wij, een tergend langzaam
Verkennende woordjes op onze telefoon
Als vingeroefening en herontdekking van
Geen opmerkingen:
Een reactie posten