De dansende dames op het verlies
tillen flitsende knokkels die
aan de buitenkant van de palmen
het gewrijf proberen te vergoeilijken
Ze kleuren hem rood met
gepenseelde lippen als
oudtantes die groei prijzen
en beginnen te wrijven in de nek
Smalende glimlachjes ontkurken
speeksel als regendroppels
en hagelen tanden voor een
beschroomde blik
Ze sluiten hem in
de duif in de cirkel
van de drukbezochte rotonde
uiteraard tijdens de spits
Hij verliest zijn dons
die vederlicht schaamte
pareert op hernieuwde kennis
van de volgende begrafenis
uiteindelijk liggen kisten
graniet dat droge zoenen geeft
aan het plengen om de rozenkrans
die ik ze bracht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten