Aan de haven sta ik te slijten
Al dagen terwijl het regent
Mijn sokken zijn vlastouwen
Waar ik je schip mee wil binden
Vanuit de verte, achter de maandag
Ben jij de enige – de zilte smaak
vanaf daar –waar jij schuilt
Zie je mijn stroom aan licht niet
Verbazing over de gedachte
Dat ik om wil draaien maar
lijnen je al zien komen
Het is nu elk moment
Mijn sokken zijn weggeslagen
Rottend staan mijn voeten
Wit slaat restjes hoop kapot
Schuimvlokken waaieren uit
Ik wacht tot het bot
Het hout dat ik hoor kraken
Wapperend zeil
Is een restant aan huid
Ik wacht op je
Het is nu elk moment
Geen opmerkingen:
Een reactie posten