Wennen ding
Aan alles
Omdat ruimte beperkt
Wennen ding
Aan strebers
Als ik
Roulerend in je schaduw
Als ranke tak
In de leerschool
Jij blijft drijven
Als twijgje
In de stroom
Als enige, ziet iedereen
je daar, in de kolkende
massa, omdat: uniek
Je bent potlood
in zand, zwaard:
in kinderhanden
Je bent het onderdeel
Van een robuust huis
En de nerf van het blad
Kinderen willen bij je
zijn, zeker met rode
fietsjes
en een kutvader
vrijdag 28 februari 2014
Trechter
Ze had twee varkensoren op haar hoofd
Een decolleté die uitmondde
In de delta van de Tanger
Bezweet met een glas bier
Schudde er druppels vet vocht
Uit heur haren
Ze stortte zich op elke man
Hijgend in de oren
Bevlekkend met spuug en stank
Vochten de mannen en jongens
Zich vrij uit haar schacht
Gelijk de Tanger delta
Op een perkamenten atlas
Tijdens carnaval
Een decolleté die uitmondde
In de delta van de Tanger
Bezweet met een glas bier
Schudde er druppels vet vocht
Uit heur haren
Ze stortte zich op elke man
Hijgend in de oren
Bevlekkend met spuug en stank
Vochten de mannen en jongens
Zich vrij uit haar schacht
Gelijk de Tanger delta
Op een perkamenten atlas
Tijdens carnaval
woensdag 26 februari 2014
stipjes
Je laat overal stipjes achter
vlekjes die perfect rond zijn
polkadotblauw en lila-paarsig
Op de stoep kleven ze nog
plakken ze aan mijn schoeisel
houden me net dat even vast
Je stipjes
-als ik mijn ogen
sluit en knijp, zoals ik vaak
poog te doen om iets uit te bannen;
zijn ze er in grote getale
alsof ik elke stipje met open kijkers
verzamel -ze opspaar om de wirwar
niet meer te snappen
Ik tel je.
bij elke derde
sla ik op
bij elke zesde
tel ik één
Alleen speel ik galgje
en win steeds voor de strop
vlekjes die perfect rond zijn
polkadotblauw en lila-paarsig
Op de stoep kleven ze nog
plakken ze aan mijn schoeisel
houden me net dat even vast
Je stipjes
-als ik mijn ogen
sluit en knijp, zoals ik vaak
poog te doen om iets uit te bannen;
zijn ze er in grote getale
alsof ik elke stipje met open kijkers
verzamel -ze opspaar om de wirwar
niet meer te snappen
Ik tel je.
bij elke derde
sla ik op
bij elke zesde
tel ik één
Alleen speel ik galgje
en win steeds voor de strop
zaterdag 8 februari 2014
Oranje-Blanje-Bleu
De straten zijn blank in dit vervloekte jaar
Twee aan twee lopen mannetje-vrouwtje
Er dartelen kinderen in zacht blond
Sommige jongetjes spuwen stoer op het
grijze wegdek, naast de verzuilde huizen
De hoofden stampen resoluut in de maat
Toiletpapier is vederzacht jolijt voor de billen
Veertienlaags ultradun vernuft spreidt tussen
de zachte weekte, roomblank, roomblank
In het park loopt men inheems, op zondag
mag je zachtjes schrijden en ijsjes eten
Daar huilen ook de kinderen om gevallen sneeuw
Maandag rijdt de massa, zoals vrijdag huiswaarts
“We zijn de autarkische staat, ieder is gelijk”
Thuis wacht dan het smeersel voor de week, luxe
Tegen de expansiedrift
Er zitten grenzen om het bestaan, kleur is ver
voorbij de Marechaussee, waar het hoort, zo
zegt men steeds opnieuw en handelt daar naar
Sporadisch zijn de gedachten nog vrij, soms hoef
je niets te beteugelen –het is alleen bijzonder jammer
dat je dan slaapt.
er valt niets meer te verkiezen.
Twee aan twee lopen mannetje-vrouwtje
Er dartelen kinderen in zacht blond
Sommige jongetjes spuwen stoer op het
grijze wegdek, naast de verzuilde huizen
De hoofden stampen resoluut in de maat
Toiletpapier is vederzacht jolijt voor de billen
Veertienlaags ultradun vernuft spreidt tussen
de zachte weekte, roomblank, roomblank
In het park loopt men inheems, op zondag
mag je zachtjes schrijden en ijsjes eten
Daar huilen ook de kinderen om gevallen sneeuw
Maandag rijdt de massa, zoals vrijdag huiswaarts
“We zijn de autarkische staat, ieder is gelijk”
Thuis wacht dan het smeersel voor de week, luxe
Tegen de expansiedrift
Er zitten grenzen om het bestaan, kleur is ver
voorbij de Marechaussee, waar het hoort, zo
zegt men steeds opnieuw en handelt daar naar
Sporadisch zijn de gedachten nog vrij, soms hoef
je niets te beteugelen –het is alleen bijzonder jammer
dat je dan slaapt.
er valt niets meer te verkiezen.
maandag 3 februari 2014
Kunstacademiemeisje
Alles aan haar is zwart
Schoenen
Haren
Maillot
Rok en jas
Haar huid lijkt door alles
een tint lichter
En ze doet kunstacademie
Haar vriendin -naast haar
Is ook in het zwart, maar dan
Met blond
Zij gaat naar Zuid Afrika
En ik weiger verliefd te worden
Maar schurk tegen zwichten
Faal, als fluiten met beschuit
Abonneren op:
Posts (Atom)