zondag 12 februari 2012

Eleonora

Voorovergebogen zat zij over de puzzel. Haar speciaal hiervoor aangeschafte mat lag gedurende twee weken op de eettafel. De hoekstukjes van de puzzel waren samengeklonterd tot fragmenten uit een stilleven. Scherven in de hoeken.

Onder een felle lamp zat zij daar, Eleonora. De mooiste vrouw die ik ooit had mogen aanschouwen. Donker krullend haar tot aan haar schouders, met daartussen een gezicht met gitzwarte ogen, een verfijnd neusje en lippen die zo zacht leken en zo fris, dat alles wat onwelriekend kon zijn, niet tussen die wonderschone lippen uitgeperst zou kunnen worden, óóit! Eleonora. Eleonora.

De eerste keer dat ik met haar de liefde bedreef was zoals het zou moeten zijn. Alsof je voor de eerste maal met een bitje in de elektrische schroevendraaier vast moet zetten. Er was niets romantisch aan. Het was een technisch spel van passen en meten, kijken of het puzzelstukje zou passen.

In ons geval paste het als gegoten. Bij de tweede en derde keer bleek het een wonderbaarlijk spel te zijn waar wij geen genoeg van konden krijgen. Een gezinspak condooms -64 stuks- vloog er in twee weken doorheen. Tieners hè, als konijnen. Eleonora en ik.
We poogden het op zo veel mogelijk manieren, op zoveel mogelijk plekken, te doen. Wij waren het, die experimenteerden met aardbeienolie die je van het lijf af kon likken, staand, liggend, vastgebonden en geblinddoekt. Vrijwel niets was ons te gek.

Naast Eleonora kon het niet anders dan dat ik wat groter leek. Bloedmooi was ze. Na de eerste maanden was ik gewend aan de omdraaiende mannenhoofden, het flirten in de kroeg en de opmerkingen die –gek genoeg- mij ten deel vielen. Ik pronkte met haar. Als 17 jarige was dit mijn eremedaille, stom ik weet het, maar het was zo.

Als ik nu terugdenk aan Eleonora zie ik de zachtheid van haar caramelkleurige huid, hoor ik haar gehaaste diepe ademhaling in mijn oor. Ik voel de warme mond nog.

Natuurlijk kun je een meisje als Eleonora niet behouden. Ik raakte haar kwijt aan een barman die ze op de vakantie met haar ouders had ontmoet. Toevallig ook hier uit de buurt, toevallig breder geschouderd, toevallig een baan met meer geld en een geslachtdeel dat anders voelde en proefde dan die van mij. Een experiment verder.

Ik heb dagen gehuild.

In de kroeg zeiden vrienden vooral nog een biertje te nemen. Ik deed dat altijd maar. Onbeholpen hulp was het, maar ik apprecieerde het. Vervolgens in tranen op een gestolen fiets naar huis, waar ik met tirades de boel op stelten zette en uithuilde in een innige omhelzing met porselein.

Met de tijd werd dat huilen minder.

Eleonora rangschikte driftig haar puzzelstukjes. Ze was bij een enkele roos uitgekomen. De roos alleen bestond uit circa 400 stukjes. Een groot gedeelde van de tafel was ingenomen door de bloem, die als door een shredder op de composthoop terecht zou komen. Behoedzaam pakte ze een stukje. Geduldig passend en metend.
Geduldig en alleen.

Ik geef mijn zoon een aai over zijn bol, kus mijn vrouw en loop naar de keuken. De armen in mijn zij. Op de tafel een kunstblad, schreeuwerig op de kaft ‘De terugkeer van het stilleven’
In kleinere letters daar onder:

Kunstschilder Diederik Ochten maakt wereldfaam met een enkel schilderij van een roos in een vaas.

Tevreden kijk ik over de tuin en het zwembad in, in de reflectie zie ik louter schoonheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten