zaterdag 31 maart 2012

Ochtendrituelen

"In de nacht van vrijdag op zaterdag heeft op de Merwedelaan een brand gewoed, hierbij zijn een man van 34 jaar en zijn hond om het leven gekomen. De politie vraagt uw aandacht voor het volgende..."

Bij het ontwaken en de start van alle ochtendrituelen, was er niets veranderd ten aanzien van de vorige dag. Althans. Ik zette mijn koffie, stak een sigaret op en nam plaats in mijn stoel. Mijn been sloeg over de andere en terwijl ik slokjes van mijn koffie nam en trekjes van mijn sigaret zag ik onderwijl minieme verschillen ten aanzien van de zondvloed aan dagen die ik al achter de rug had.

Niet alleen stonden er naast afgetrapte all-stars een paar sleehakken, eveneens lag er op het keukenblad een pakje Marlboro light en stond er een glas met een zoen op de rand. Scharlakenrood. Ik was nog niet helemaal bij kennis als gevolg van de hoeveelheid drank die zich in mijn hoofd had genesteld en danig aan knopjes en verbindingen had gemorreld. Zo, dat er noodzaak was eerst de gebeurtenissen weer voor de geest te halen en weer als een kloppend geheel in te zetten bij de acties die noodzakelijk waren dit mysterie te ontrafelen.

Beginnend bij de schoenen kon ik alleen stellen dat ze mij niet bekend voorkwamen evenmin kon de lippenstift dat. Dus plaatste ik mijzelf terug in de avond en stokte. Ik wist niets meer. Het enige wat me bijstond was dat ik naar een avond was gegaan voor slachtoffers bij brandoefeningen. Die werden na trouwe dienst en lagen make-up in het zonnetje gezet. Zo ook ik. Ik was als bekneld kind begonnen en had sinds die ene keer dat ik bruusk uit een Opel Kadet werd geknipt, altijd slachtoffer gespeeld. Het was in mijn bloed gaan zitten en ik had talent. Op mijn 21ste levensjaar had ik het geschopt tot twaalf steden en dertien ongelukken. Mijn debuut, en de oogst na jarenlang zaaien.

Maar gisterenavond, er stond me niets meer bij. Ik kon me niet eens meer herinneren of er iemand naast me lag bij het ontwaken. Ik nam een slok koffie en een trekje van mijn sigaret. Ik peinsde verder.

Het gerommel op de trap had ik niet opgemerkt. Ik merkte pas dat er iemand was toen de deur naar de huiskamer openzwaaide en er een vrouw binnenstapte. Blote voeten een t-shirt van mij en een hoofd waarvan gesteld kan worden dat die doorleefd was. De blote benen zaten vol plekken.

Zonder iets te zeggen stak ze een sigaret op nam een koffie, liep naar mijn stoel, gaf me een kus en fluisterde iets in een taal die mij niet bekend voorkwam. Ik trok een glimlach, vroeg me af wat er gebeurd was, nam een trekje van mijn sigaret en een slokje koffie.

Toen om half twaalf de politie aan mijn deur stond, de vrouw inrekende en mij op het bureau verwachtte voor een gehoor, kon ik alleen denken dat ik toch niets wist. Ik was slachtoffer geworden.

Onder ons gezegd, die rol speel ik met verve.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten