woensdag 4 juli 2012

Hoe fijn (denk ik)

Nu de energie terug is in mijn lijf, en ik met een open deur clichés binnen hark, kan ik mij er eindelijk toe zetten het geluid van de fluitende vogels buiten te sluiten en mij in zijn geheel niet te storen aan de spelende kinderen, die dwars door mijn concentratie heen schreeuwen. Kortom ben ik een onvermurwbaar blok graniet die zich gaat kwijten aan zijn doel.

Maar welk doel?

Inmiddels ben ik stadsdichter van Veghel geworden, heb ik een enkel artikel geschreven voor een krant die tot nu toe niet is verschenen, werk ik aan mijn manuscript en vermaak u –naar ik hoop- regelmatig met kleine stukjes die ik voor u post. Ik werk aan mijn site, die vorm krijgt. Kortom vind ik van mijzelf dat ik mijzelf nuttig maak. Ik werk hard op de dagen dat ik thuis ben, probeer attent te zijn en u allen te voorzien van genoeg informatie met betrekking tot mij als persoon, als u ook de aandacht te geven die u verdient. Het is een druk bestaan. In mijn eentje.

Ik geniet daar van, met volle teugen.

Maar het doel op zich, ik weet het niet. Ik denk dat er geen doel is, dat alle middelen ingezet worden zonder een doel. Een befaamd schrijver, erkenning? Goed ik houd van de aandacht, ik zal de eerste zijn die dat toegeeft. Maar of dat het doel is weet ik niet. Ik denk dat ik iets neer wil gaan zetten waar ik trots op kan zijn. Waarvan ik kan stellen en zeggen dat heb ik bereikt. Toch, ik ben nu stadsdichter, daarmee zou ik kunnen zeggen dat ik er al ben. Daarmee zou ik stellen, goed doel bereikt.

Maar bah-ah…

Ik wil meer, ik wil….. en dat weet ik juist niet. Ik weet dat bij de interviews die ik naar aanleiding van mijn uitverkiezing heb gegeven hakkelde en struikelde over mijn woorden, ik wist niet precies wat te zeggen, wat er nu van mij verwacht wordt. Ja, ik heb tal van ideeën. Ik wil een soort poëzie-avond gaan organiseren, gelijkend op Literanita in Amsterdam. Dat ben ik mijn gemeente schuldig. Ik zal daar weldra voor gaan plannen, gesprekken gaan voeren, en kijken wat een man als ik kan betekenen voor deze gemeente. Nog wil ik meer.

Dus hier aan mijn schrijftafel, met mijn sigaret en koude koffie, praat ik mijzelf al schrijvend groter dan ik ben. Treed buiten mijzelf en aanschouw. Ik zie een jongen met een grijze ochtendjas, grijzend haar, gebukt over een toetsenbord.

Hij schrijft.
Zonder doel.
Omdat dat moet.

1 opmerking: