zondag 28 december 2014

Liefde is het najagen van een Apocalyps

Liefde is het najagen van een Apocalyps, waar men zelf als held de wereld redt –of sterft. Iets anders is er niet. Zeker als men uitgaat van de onbereikbare liefde die zich, zonder blikken of blozen, aandient en je verdedigingswerken weg blaast. Murw geslagen ben je niet meer dan een velletje papier, aan de ene kant ‘ja’ aan de andere kant ‘nee’. De wisselwerking tussen die twee korte antwoorden zorgt voor een amorf beeld van de werkelijkheid, vergelijkbaar met plaatjes die spelen met het zicht van je ogen. Gezichtsbedrog

Liefde is dan ook onrechtvaardig. Het is iets dat je niet af kunt dwingen. Lijdzaam zit je aan de zijlijn te mijmeren in superlatieven, want o god, liefde is een superlatief. Men schroomt zich tijdens de aanval van verliefdheid niet elk cliché uit de kast te halen. De euforie is een drug die je geest vertroebelt, maar één die je niet durft te bevechten –of niet wil bevechten. Je verzuipt in de zekere onzekerheid die het gemijmer en gepieker met zich mee zal brengen. Het is een bron van voortdurende ergernis die zich overal in je lijf zal manifesteren. Je eetlust zal verdwijnen omdat je vol zit van haar, je hoofd probeert listen te verzinnen om iets te kunnen forceren alsook zullen de hersenen hoop aanmaken, je ogen zien slechts schoonheid, je handen zijn naarstig op zoek naar een aanraking en niets ter wereld is belangrijker dan het ontvangen van de warmte die jij wenst. Elk uitgesproken woord verdient een weegschaal en bij een interpretatie die niet goed genoeg is voor jouw zaak, ga je voor de second opinion, net zo lang totdat je er zeker van bent dat ze je een boodschap geeft: ‘heb mij lief’.

Maar, als men dan in de nacht ontwaakt en het koude zweet je omarmt als een flinterdun vliesje, dan komen de gedachten pas echt op gang. Het scenario wordt een zwartgallige. Alle wiskundige sommen die je hebt losgelaten op de verscheidene interpretaties die de revue hebben gepasseerd, alle bijbehorende uitkomsten, worden in twijfel getrokken. Je ligt de nacht wakker, staat op en druipt als een modderige substantie naar de plek waar je haar weer zult zien. Als slaaf van haar ritme. En als ze dan naar je kijkt, ontstaat de vaste vorm weer. Modder wordt klei, hardt uit en met granieten vuisten kan je niet anders dan voor de liefde te vechten.

Liefde is het wankele plateau tussen het leven en de dood. Liefde is de kanonslag die je opvangt met je maag. Je slaat dubbel en de enige die je nog kan redden is het meisje, dat plotsklaps in je dromen is verschenen en gedurende de lange dagen voortleefde. Overal en altijd. Tot aan het noodlot.

Als alles op zijn plek valt en de aarde pas echt onder je voeten is weggeslagen, je de uren in een groeiende wanhoop doorbrengt en er geen andere uitweg meer is, doe je iets dat jou een definitief antwoord zal geven. Ze houdt van me, ze houdt niet van me, een spelletje dat 24/7 is gespeeld zal ten einde komen bij de biecht. De biecht die ze met hoon wegblaast en dan begint het herstel. Je veegt de resten op. De roes is een kater geworden die in zijn hardnekkigheid fysieke sporen van verderf achter zal laten. De deur van je huis zal gesloten blijven en de schaamte weegt niet op tegen de enorme leegte die in je lijf te bespeuren zal zijn. Overal waar de liefde zich heeft gemanifesteerd heerst pijn. De weggerukte ratio klimt langzaam terug op de plekken waar zij thuishoort en vult daarbij, stukje bij beetje de leegte. De plek waar jij haar een huis gaf gaat van kale echo naar warm verblijf, langzaam, tot aan de volgende klap.

Liefde is ongenaakbaar.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten