vrijdag 13 juni 2014

De WK-Klucht van de NOS

De goddelijke kanaries stonden gisteren aan de aftrap van de openingswedstrijd van het WK-voetbal, in de geïmproviseerde studio liep een hond, zat een vervelende man met halflang haar te veel te praten, werden de anekdoten van de heer Hiddink afgestoft en wederom de wereld in geslingerd, naar ons, maar ook naar de loslopende hond en naar Milow en naar Hugo Borst die er weer iets fitter uitzag dan de laatste keer dat ik hem op de televisie zag, net na zijn boek over Van Gaal, waar hij duidelijk door getergd was, en als het dat niet was, dan toch wel door de drugs waarvan ik hem verdacht die in groten getale te nemen, dezelfde Hugo die Guus ‘Guus’ noemde alsof ze vroeger al samen op school hadden gezeten en stiekem hadden gegluurd naar de meisjes die gingen douchen na de gymles en er een voorliefde voor ballen tussen de heren was ontstaan, een douche ook waar de presentator naar zal hebben verlangd, wat een grote zweetvlekken hadden zich gevormd onder diens oksels.

Ondertussen was mooi wel het WK begonnen en zat ik te kijken alsof ik naar de eerste landing op de maan zat te kijken, hetgeen ik helemaal niet mee heb gemaakt, maar met een vergelijkbare spanning zou hebben willen zien. Ik lag op het puntje van de bank, mijn hoofd lag niet in de kussens maar hing daar net boven. Ondertussen dacht ik aan de gutsende oksels van Henry Schut, hoe hij heeft moeten denken: hoe kan ik dit verbergen? Hoe reageert Social Media op mijn kleine-jongens-spanning die in mijn uiterlijk terug te zien is?

Ach arme.

Vervolgens vond ik de wedstrijd saai. Al dat aftellen resulteerde in een anticlimax. Als vanzelf zakte mijn hoofd weg in de kussens, dacht ik aan de hond en aan Milow. Milow, de meerwaarde van deze meneer begreep ik nog minder dan die van de hond die rondhuppelde op zoek naar een plek om een dikke drol te draaien. Sterker, ik vond het sneu voor Milow daar stil te zitten in de studio, met zijn opgepoetste gitaartje, met daarop pontificaal de Belgische vlag als mislukt statement tussen de Nederlanders. Sneu vond ik het voor de man met het halflange haar die zichzelf zo opzichtig had willen bewijzen, met zijn feitjes en feitjes en weetjes en geblala. Vond ik het sneu voor Henry Schut en voor Hiddink, dat hij plaats moest nemen op een bank in een huiskamer die geen huiskamer was, maar een studio -dat kan je niet ontkennen.

Een bank zit alleen lekker als je thuis onderuitgezakt zit, als je met echte vrienden aan het bier zit, of als je hard gewerkt hebt, maar je zult niet lekker zitten, nooit, in de geïmproviseerde setting van de huiskamer. Niemand zat ontspannen en dat zag je. Het praat niet makkelijk zonder drank, het komt gemaakt over. Het neemt de angel weg. Vanaf een tafel zie je de mensen voor vol aan, mensen hebben automatisch meer verstand als ze aan een tafel zitten, ze kunnen zich dan ook beter ontspannen, de oksels verbergen en zich richten tot diegene tegen wie ze spreken. De tafel kan men zien als een keukentafel, hetgeen op televisie prevaleert boven de huiskamer. De bank maakte van experts gewone mensen, met zweet en onzekerheden. Alleen Hugo Borst zat op zijn plek…

..en de hond.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten