donderdag 5 september 2013

Een monoloog eindig je met ondergoed.


“Nu ik zo ver ben gekomen en u zult denken: vanaf waar dan? -hetgeen later waarschijnlijk aan bod komt- kan ik melden dat ik hier zit met een deur open, een sigaret aan en nazomerend een klein beetje loom nog, wat rondhang. Dat mag op gezette tijden, immers ben ik in de veronderstelling dat als je nergens de rust neemt je ook nooit daadwerkelijks tot iets nieuws komt. Noodzaak is er natuurlijk helemaal niet, om tot iets nieuws te komen. Daarmee stellende dat sommige zaken prima zullen blijven gaan zonder verandering. Ikzelf heb daar meer moeite mee. Persoonlijke verrijking vind ik best wel belangrijk. Uiteraard had een wandeling gedurende de ochtend niet misstaan, maar dan had ik de muziek op mijn koptelefoon aan moeten passen en dat op zich is al een opgave die me op dit moment iets te veel lijkt. Het moment, daar bevind ik me in en daar wil ik nog even sluimeren.
Overpeinzingen in het algemeen zijn niet verkeerd, zo zie ik in dat mijn leven uit faalangst bestaat. Vele dingen zijn louter om angst aan me voorbij gegaan. Links en rechts wordt je dan al vrij snel ingehaald, het stompt ook af. Ziet u een grote draaikolk voor u, zo eentje als in bad, bij het weglopen van het water? Enfin, uw fantasie zal groter zijn dan die van mij, metaforen gebruiken om iets duidelijks te maken komen soms nogal clichématig over.

Sommige van u zullen denken dat, wat ik thans doe, mij niet uit enige penarie zal helpen, wellicht niet eens verder helpen. Op je gat zitten en zelfgenoegzaam roken terwijl je onbeweeglijk in je binnenste wroet, doet al gauw denken aan een zondaar die niet weet wat hij met zijn tijd moet doen. Een lamlul. Een persoon in zijn eigen cirkeltje. Anderzijds zou dat doorbreken van de cirkel onherroepelijk leiden tot een gedwongen opname. Het zou te snel gaan en hij zou zich pardoes in situaties bevinden waar geen kruit tegen gewassen is. Toch heeft het effect, een realiteitsbeeld te creëren zonder enige inmenging. Een eerlijk beeld van jezelf schetsen is immers niet zo makkelijk. Niet op de laatste plaats moet je door sommige barrières heen. Normaliter ga ik daarvoor wandelen, maar zoals ik zei is dit moment van bezinning de beste manier voor mij op dit moment. Ook als ik zonder koffie zit trouwens.

Weet u bijvoorbeeld dat ik niet naar de kermis durfde, zelfs niet onder de rokken van mijn moeder? Niet omwille van de attracties hoor, die kon ik op mijn jeugdige leeftijd wel waarderen. Welk kind is niet aangetrokken tot de lampjes, de knuffels in piepschuim, het zwieren-zwaaien en rondjes draaien. De kermis is een uitdaging voor het fysieke gestel, waar anders zweeg je door de lucht. De kermis voor een kind is een grens verleggen. Maar ik durfde niet, omdat ik bang was voor de andere kinderen die naar de kermis gingen. Bang voor het gelach, bang voor de eventuele klappen die mij ten deel zouden komen. Je zou kunnen stellen dat ik op jonge leeftijd enigszins last had van een paranoïde geest. Dat overkomt sommige en het is hard werken dat opzij te zetten.

Naast dit alles ben ik niet competitief genoeg ingesteld. Snel is er het gevoel dat anderen meer kans maken dan ik. Een tijdje loop ik gelijk op, maar ik houd het niet vol. Ik hoef niet de beste te zijn, maar wil het wel. Zoiets. Dat is ook iets. Vaak (en dat is tijdens wandelingen) probeer ik een streep te trekken, er is genoeg gesold. Maar altijd kom ik weer tot de conclusie dat het de ander niet is die met mij solt, nee joh, dat doe ik zelf. O hoe openhartig en vrij ben ik toch naar u toe. Het doet bijna pijn.

Over vrij zijn gesproken, soms moet je alle schroom van je afgooien. Een keer krijsen en met je blote billen over straat durven lopen in het heilige geloof dat de consequenties gering zullen zijn. Impulsief ben ik er genoeg voor, ik zou het nu zo maar kunnen doen. Echt hoor! Ik dreig niet. Helaas val ik dan als een plumpudding ineen, simpelweg omdat ik wel bang ben voor de consequenties. De buren in deze woonwijk zullen denken, praten en waarschijnlijk –hen kennende- de politie verwittigen. Ik ben toch al zo’n vreemde, afwezige snuiter. Uiteindelijk lachen ze in de vuistjes. Natuurlijk was ook dit een metafoor, ik weet het wel, u kunt het beter dan ik, het uitstippelen van een fictief verhaal om duidelijk te maken dat er altijd beren op de weg liggen bij een plan. U kunt duidelijk weergeven dat de consequenties van een acties altijd in het vooruitschiet liggen bij elke daad. Ik ben daarom trots op u. Over mijzelf denk ik nog even genoegzaam na, met een sigaretje en zonder koffie.

Als je stil blijft zitten, roerloos, kan je niets overkomen. Zonder actie zou er geen reactie zijn, maar het uitblijven van die reactie is op zich zelfstaand al een reactie. Eureka lieve mensen! Dat is het, dat houdt me tegen, het feit dat ik niet precies in kan schatten wat de reactie op iets zou zijn, houdt mij tegen iets te ondernemen, want de reactie zou in ieder geval een slechte zijn –in mijn optiek. Het is me al vaak genoeg overkomen. Dat is het, dat is het! Mijn cirkel is rond, ik ga voor de gedwongen opname, want ik weet waar de crux zit. We schieten maar door naar de startblokken in dit geval. Zo! De sigaret doven in de asbak, van het getergde zitvlees afkomen, ochtendjas af en als de wiedeweerga naar boven. In mijn hoofd zitten de plannen, poedelnaakt beginnen we bij de juiste keuze voor het ondergoed.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten