vrijdag 22 maart 2013

Het onveranderlijke niets

Na veertien PMS-loze maanden had hij het wel gehad. Hij miste het geweeklaag over een afzuigkap die te zacht stond bij het roken van de sigaret. De zeurderige toon als hij, zoals te doen gebruikelijk, geen raam open had gezet, voor de nodige frisse lucht op de slaapkamer, was er niet meer. Zelfs de drang wekelijks de haren te verven in een andere kleur, was hij zo zoetjes aan gaan missen. Zijn plotse besef van eenzaamheid deed hem verlangen naar een andere tijd, die nu, na veertien maanden door hem bestempeld werd als het geluk. Dientengevolge pakte hij zijn mobiel en belde haar.
‘Ik mis je, kom je weer hier wonen’, had hij willen zeggen. Toen ze opnam nam met haar zoetgevooisde stem hakkelde hij echter.
‘Ho-o-oii’, klonk het overdreven vrolijk, zijn stem gelijk een spasme, ietwat verkrampt.
De stem was zo veranderd dat zij niet wist wie ze aan de lijn had. ‘Met wie spreek ik?’
‘Met Hugo’
‘oh’
‘Ja, uhm..’
‘Is er iets, waarom bel je me?’
‘i-i-ik mis je gewoon’.
‘Hugo, je moet echt minder drinken.’
‘Maar ik dronk niets’
‘Je moet wel drinken anders droog je uit’
‘Ja, Esmeralda’
‘Zorg je goed voor jezelf?’
‘Ja, er is weinig veranderd, maar ik mis je gewoon. Alles, eigenlijk wel.’
‘Ik eigenlijk ook’, zacht begon ze te huilen.
‘Wat is er?’ vraagt hij.
‘Niets het zijn de hormonen, ik moet ongesteld worden.’
‘oh’
‘Ja, uhmm..’
‘Weet je, ik bel je over een week weer, dan is het vast over.’
Zonder iets te zeggen hing ze op. Esmeralda liep op het raam af, zette het open en staarde naar buiten.
Hugo, ging op de bank zitten en deed niets. Veertien maanden gingen voorbij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten