maandag 3 november 2014

de weelde van het benoemen waard


Een steen in een poel vol modder ligt, vastgeklonken
na je worp. Niet noemenswaardig geland.


Om maar iets te noemen; ben je individu in een brasserie van het Leven
Met te veel gasten alsook meisjes met pareltjes zweet die maar rennen
Ogenschijnlijk hebben zij alleen de bestelling aan hun hoofd

Hoe je, juist dan, omgaat met kansen is kenmerkend voor je bestaan
Wacht je af, schreeuw je hard, lach je vriendelijk, sta je op, loop je weg?
Voel jij empathie als je naar het rinkelende glaswerk staart?

Sleep jij jezelf mee in de gedachten van de meisjes
Als ze huiswaarts gaan, met vermoeide ogen die tranen
De verkering die geen huiswerk heeft gedaan
             –en hoe dan [?]

Op een kluitje liggen er altijd onderaan
De naar adem happende, stervende, verlorene
Ze slepen water aan. Ze sterven van dorst

met het gezicht neerwaarts, in modder
verlies je uiteindelijk van de zwaartekracht

Geen opmerkingen:

Een reactie posten